fbpx

Binnenkort stemt de Eerste Kamer over de nieuwe stoffenwet.

Producten waar we dagelijks op rekenen, zoals voedingssupplementen, schoonmaakmiddelen en smaakstoffen, kunnen door de Nieuwe Stoffenwet fors duurder worden. De wet verbiedt namelijk tal van stoffen zonder bewezen risico’s, wat bedrijven dwingt om ingewikkelde en kostbare vergunningen aan te vragen. Deze extra kosten worden doorberekend aan de consument, wat leidt tot hogere prijzen in de winkel.

Waarom gaan de prijzen omhoog?
Bedrijven moeten vergunningen aanvragen om stoffen te mogen gebruiken die nu opeens verboden zijn. Denk hierbij aan de volgende voorbeelden:

  • Voedingsmiddelen en dranken: Zoetstoffen zoals Neotaam worden mogelijk verboden, wat alternatieven duurder maakt of zelfs onbereikbaar. Light frisdranken en andere caloriearme producten kunnen hierdoor uit de winkels verdwijnen of flink duurder worden.
  • Landbouwproducten: Gewasbeschermingsmiddelen die noodzakelijk zijn om ziektes in gewassen te voorkomen, worden verboden, waardoor boeren extra kosten maken voor minder effectieve alternatieven.
  • Gezondheidsproducten: Essentiële supplementen, zoals aminozuren, kunnen verdwijnen of vervangen worden door duurdere medicinale varianten. Dit is een zware last voor mensen die afhankelijk zijn van deze supplementen voor hun gezondheid.

Wat betekent dit voor de consument?
De extra kosten die bedrijven moeten maken, worden uiteindelijk doorberekend aan de consument. Dit betekent hogere prijzen voor alledaagse producten, minder keuze in de schappen en voor sommige gezinnen zelfs moeite om bepaalde producten nog te kunnen betalen.

Conclusie:
Een wet die bedoeld is om ons te beschermen, mag geen financiële last worden voor gezinnen en consumenten. Door de Nieuwe Stoffenwet goed te herzien, kunnen we ervoor zorgen dat het verbod gericht is op schadelijke stoffen, zonder dat het ons dagelijks leven duurder en moeilijker maakt.

Scroll naar boven